‘Ik vind alles leuk aan schrijven, op pad gaan, mensen ontmoeten, lange gesprekken voeren. Alles vind ik leuk, behalve het schrijven zelf.’
Het is een uitspraak van een bevriende tekstschrijver. Ook geoefende schrijvers hebben soms last van wat je kunt omschrijven als een schrijfleegte. Ze hebben een writer’s block, vertonen schrijf-ontwijkend gedrag door allerlei andere zaken aan te pakken zolang ze maar niet te hoeven schrijven, terwijl de klok van de deadline blijft doortikken. Hoe begin je met het schrijven zelf?
Knop
Achter schrijven schuilt een bibliotheek aan psychologie. Waar vind je de knop die jou aan het schrijven krijgt? Ik vergelijk het schrijfproces graag met mediteren. Vooropgesteld dat je een plan hebt gemaakt voor wat je wilt schrijven, maakt het uiteindelijk niet uit hoe je het doet. Alles wat je doet is goed. Alleen het resultaat telt. Niemand ziet hoe jouw tekst tot stand gekomen is, dus je kunt het proces invullen zoals je dat zelf het liefst doet. Ik had een collega die ging zitten en woord voor woord, zin voor zin, achter elkaar tikte, zonder één woord te wijzigen. Daar was ik behoorlijk jaloers op. Mijn werkelijkheid is dat ik alle informatie die ik heb eerst op de grote hoop gooi om daar vervolgens aan te gaan schaven. Klinkt als een berg werk, is het ook, maar het is mijn manier van schrijven.
Eerste drie regels
Wat ik geleerd heb is dat de eerste regels van een tekst het belangrijkst zijn. Als je die eerste regels gevonden hebt, rolt de rest er vanzelf uit. Je kunt ze overslaan, uitstellen, maar uiteindelijk moeten ze toch geschreven worden. Een groot probleem is dat die eerste regels niet makkelijk geschreven worden. Het is steeds weer deleten en terugkeren naar de blanco pagina waarmee je begonnen bent om opnieuw een poging te doen. Alle interviews zijn geweest, je hebt een halve gigabyte aan documenten om je heen verzameld, je hebt al mindmappend een structuur uitgestippeld en daaruit moet een winnend EMVI-plan van gekneed worden.